Risicobeperkende maatregelen

Nochtans kunnen een paar maatregelen u heel wat miserie besparen.
Hieronder vindt u er enkele.

Enige waarschuwing is hier echter op zijn plaats. Niet alle maatregelen zijn tegelijkertijd of voor iedere (potentiële) klant of activiteit van toepassing.

1. Weet met wie u contracteert.

Voor tal van handelsondernemingen is er heel wat informatie over hun financiële voorgeschiedenis zeer eenvoudig verkrijgbaar. U weet met “een druk op de knop” of u met een zeer solide vennootschap te doen heeft of met een vennootschap die recent een RSZ dagvaarding kreeg.

Belangrijke klanten (bijvoorbeeld vanaf een bepaalde omzet) kan u overigens laten “monitoren.” Op die wijze, bent u als eerste op de hoogte. En daar komt het vaak op aan…

Dit betekent uiteraard niet dat alle potentiële klanten die ooit een probleem hebben gehad, gemeden moeten worden. U kan dan nog altijd – met kennis van zaken – werken en bijvoorbeeld extra voorzichtig zijn (voorschot, waarborg, contante betaling).


2. Vraag een voorschot.

Door een voorschot te vragen slaat u verschillende vliegen in één klap. U vermindert uw risico (een deel is al betaald), u moet minder voorfinancieren en u zal héél snel weten of uw klant goed of slecht bij kas is. Als het voorschot al niet betaald wordt, kan u er reeds vanuit gaan dat de te leveren diensten en/of de te leveren producten evenmin betaald zullen worden. Indien uw voorschot niet wordt betaald, kan u stipuleren dat u niet verplicht bent om tot levering van uw diensten en/of producten over te gaan.

Weet dat u, indien u een voorschot vraagt aan een niet-handelaar, de plicht heeft om hem een bestelbon over te maken.

3. Contante betaling of voorafbetaling.

In veel sectoren is het heel normaal dat er bij of voor het verlenen van de dienst of het leveren van het product meteen betaald wordt. Zoniet wordt er niets gedaan of geleverd. Zeker voor kleinere facturen is dit ten zeerste aangewezen.

4. Tussentijdse factuur.

Voor projecten van lange duur kan u met uw klant vooraf afspreken dat er op vaste tijdstippen afgerekend wordt (bijvoorbeeld om de drie maanden of telkens na het uitvoeren van een bepaald deel van de opdracht of levering).

Op deze manier vermijdt u dat uw debiteur geconfronteerd wordt met een (te) hoge factuur, die hij mogelijkerwijs niet kan betalen.
Bovendien kan u in geval van niet-betaling tijdig ingrijpen en de levering van uw diensten en/of goederen uitstellen tot op het ogenblik van betaling.

5. Retentierecht.

Onder bepaalde voorwaarden mag u het goed waarop uw werk betrekking heeft “inhouden” indien uw klant niet betaalt. Opgelet: dit is lang niet toepasbaar voor iedereen of voor iedere sector.

6. Borgstelling – bankgarantie.

Door het eisen van een borgstelling, kan u ook aan de borg vragen de verschuldigde bedragen te betalen indien uw contractant niet betaalt. Bij een bankgarantie, stelt de bank zich garant.

7. Stop met werken.

U kan, onder bepaalde voorwaarden, eenvoudigweg stoppen met werken (de exceptie van niet uitvoering).

    Home - Privacy - Copyright - Disclaimer - RSS / XML / Scripts - Jobs - Follow us on Twitter- Facebook page